Vernis of olie?
Onderhoud begint met de vraag: hoe wil je dat je trap er na de onderhoudsbeurt uitziet? De twee producten waarmee trappen het vaakst behandeld worden, zijn vernis en olie. Maar welk van beide kies je? Dat hangt af van het resultaat dat je wil bereiken.
Vernis kennen we allemaal als een beschermlaag voor houten oppervlakken. Het beschermt je houten trap tegen slijtage en oefent geen enkele invloed uit op het natuurlijke uiterlijk van het hout. Dat is belangrijk om te weten wanneer je een heel natuurlijke look nastreeft in je interieur. Zeker voor lichte houtsoorten, die je bijvoorbeeld vaak ziet terugkomen in Scandinavische interieurs, kan het een pluspunt zijn als je vernis gebruikt ter bescherming en afwerking.
Je trap oliën: zo pak je het aan
Olie is een heel andere materie dan vernis. Om te beginnen heeft olie niet alleen een beschermende, maar ook een doordringende werking. Olie trekt tot diep in het hout door en voedt daardoor de houtlagen van je trap.
-
Schuur je trap eerst grondig af.
-
Veeg de stofresten weg met een vochtige doek. Zorg dat je trap volledig stofvrij is voor je begint te oliën.
-
Begin met een eerste laag olie, die je verdunt met wat water. Wanneer deze laag is aangebracht, wrijf je met een spons de olie goed uit over het hout. Zo kan de olie goed intrekken.
-
Wacht tot de eerste laag droog is en herhaal dan het proces. Alleen verdun je nu de olie niet met water.
Je houten trap zal er na deze behandeling weer als nieuw uitzien, doordat het hout goed gevoed is dankzij de olie. Vraag in de speciaalzaak welke olie geschikt is voor jouw trap (teakolie, terpentijnolie, bangkiraiolie, …). Er zijn ook specifieke onderhoudsproducten op de markt voor geoliede trappen. Wanneer je je houten trap daar regelmatig mee schoonmaakt, kun je nóg langer genieten van je ‘hernieuwde’ pronkstuk!
Op zoek naar meer informatie over de behandeling van je trap of traprenovatie? Neem snel contact met ons op!