Traphoogte en doorloophoogte
Bij het ontwerpen en maken van een trap komt heel wat rekenwerk kijken. Voor alle verschillende
afmetingen bestaan afzonderlijke termen om misverstanden tussen professionals te voorkomen. Voor de leek kunnen die termen daarentegen net voor verwarring zorgen. Wat is bijvoorbeeld het verschil tussen de optrede, de traphoogte en de doorloophoogte?
De optrede is de hoogte van elke afzonderlijke trede. Tel je alle optreden op, dan bekom je de traphoogte. De traphoogte wordt gedefinieerd als de afstand tussen de beneden- en de bovenvloer.
De doorloophoogte, ook vrije hoogte of loopruimte genoemd, is niet hetzelfde als de traphoogte. Trapmakers definiëren de doorloophoogte als de kleinste hoogte tussen de treden van de trap en het plafond erboven. Met andere woorden: wat is de maximale hoogte die nodig is om iemand die de trap bestijgt niet zijn hoofd te laten stoten?
Hoeveel bedraagt de ideale doorloophoogte?
Het is vanzelfsprekend dat een te kleine doorloophoogte verre van ideaal is, want dan stoot je je hoofd tegen de rand van het trapgat. Dat merk je bijvoorbeeld vaak in heel oude huizen, waar je je moet bukken om de trap op te gaan. Vroeger waren mensen namelijk tot wel twintig centimeter kleiner dan tegenwoordig.
Wat is dan de ideale doorloophoogte? Twee meter geldt als het absolute minimum, maar nog beter is 210 centimeter. Het voelt nu eenmaal aangenamer aan om de trap op en af te gaan met wat vrije ruimte boven je hoofd! In publieke gebouwen raadt men zelfs een doorloophoogte van 230 centimeter aan.